Bij de voormalige ‘heerlijkheid’ Dalem, een dorpje aan de Merwede bij Gorinchem, zijn de resten zichtbaar van drie opstelplaatsen voor geschut (batterijen). Deze moesten een driedubbele inundatiesluis verdedigen. Door de sluizen open te zetten, kwamen de polders tussen Waal en Linge onder water te staan (inundatie).
Tegenwoordig vervult de gerestaureerde sluis alleen nog zijn oude functie: afvoer van overtollig water uit de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden.
Dalem ligt op het laagste punt van de Tielerwaard aan de Merwede, iets oostelijk van Vesting Gorinchem. Het grondpeil is hier ruim 7 meter lager dan in Tiel. Van oudsher fungeert dit gebied als opvang voor overstromingswater uit de grote rivieren.
Voordat ze een militaire functie kregen, beschermden de Dalemse sluizen de lager gelegen polders tegen overstromingswater. In de Nieuwe Hollandse Waterlinie kreeg het sluizencomplex de tegenovergestelde taak: het onder water zetten van ditzelfde gebied. Maar dat gold alleen bij oorlogsdreiging. In vredestijd behielden de sluizen hun oude functie.
De waaiersluizen in de Linge bij Asperen dienden hetzelfde doel. Ook bij Vesting Woudrichem, aan de Merwede en bij Werkendam aan de Bakkerskil zijn in 1815 zulke sluizen aangelegd.
De Batterijen bij Dalem hoorden bij de Tussenstelling Spijkse Veld. Deze infanteriestelling dateert uit 1914-18 en bevindt zich langs het laatste deel van de Diefdijklinie, een reeks – hier niet langer bestaande – dijken die de westelijke grens vormde van het onder water te zetten gebied. In 1939-40 werd de stelling uitgebreid met tal van betonnen onderkomens. De tussenstelling telt 10 groepsschuilplaatsen van gewapend beton (‘piramides’). Deze boden dekking aan 11 man.
De batterijen zijn in 1831 en 1839 gebouwd op de plek waar in de Bataafse tijd (1795-1801) bij oorlogsdreiging een opening in de dijk (coupure) was voorzien. Dit om het gebied tussen Merwede en Linge snel te laten overstromen. Daarom bevond zich hier toen al een dijkpost met twee borstweringen voor het opstellen van kanonnen.
De Nieuwe Hollandse Waterlinie vereiste een omvangrijk en zeer complex systeem van sluizen, stuwen, overlaten, duikers, en (inundatie)kanalen. Die moesten het gewenste kniehoge waterpeil realiseren en in stand houden. Voor dit doel werden veel bestaande schut-, uitwaterings- en keersluizen gebruikt.
Dalem was een van de vijf strategische plekken waar in 1815 nieuwe, militaire sluizen werden aangelegd. Deze vervingen een zeventiende-eeuwse uitwateringssluis. In rampjaar 1672 is die nog moedwillig vernield om het land onder water te zetten en zo een Frans-Duitse aanval af te slaan. Dit lukte uiteindelijk bij Muiden, wat het begin van de Oude Hollandse Waterlinie inluidde.
- Bouwjaar
- 1831
- Bouwperiode
- Fase 1 (1815-1841)