Van Fort Nieuwersluis resteert een grillig gevormd eiland met aarden wallen en bouwwerken uit diverse periodes. De belangrijkste gebouwen zijn de ronde ‘bomvrije’ forttoren en de langgerekte kazerne. De bakstenen toren, met kelderverdieping en begane grond, is goed gecamoufleerd en beschermd met een dikke laag aarde. Op het dak groeien zelfs bomen en struiken. De toren, oorspronkelijk voorzien van schietgaten, bood onderdak aan buskruit- en projectielenmagazijnen, een munitievulplaats, logies, een keuken plus was- en toiletruimten.
Midden op het eiland staat de twee bouwlagen tellende kazerne die eveneens schuilgaat onder een dikke aardlaag. Vanaf 16 jaar kregen de leerlingen van de ‘Pupillenschool’ in het dorp hier militair onderricht. Alleen de voorkant is zichtbaar. Die ligt richting noorden, in dit geval de ‘veilige’ kant. De toegang van forten en bouwwerken bevond zich altijd aan de veilige, maar tegelijkertijd dus kwetsbare kant (keel). De vroegere brug over de slotgracht lag hier daarom ook aan de noordkant.
Het fort diende ter verdediging van de sluizen in de Vecht en de Nieuwe Wetering, de wegen langs deze rivieren, de spoorlijn Utrecht-Amsterdam en het Merwedekanaal, nu Amsterdam-Rijnkanaal. Het bood ruimte aan zo’n 450 manschappen en 30 stukken geschut.
Fort Nieuwersluis ligt in het gelijknamige dorp aan de Vecht, tussen Loenen en Breukelen. De naam verwijst naar de vijftiende-eeuwse ‘nije sluse’ tussen de Vecht en de Nieuwe Wetering. Het fort ligt op een militair-strategisch knooppunt van wegen en waterwegen dat zich hier in de zeventiende eeuw ontwikkelde. Daarmee was het een belangrijke schakel in zowel de Oude als de Nieuwe Hollandse Waterlinie. In 1843 kwam daar nog de spoorlijn tussen Utrecht en Amsterdam bij en in 1892 het Merwedekanaal.
De onlangs gerestaureerde damsluis in de Vecht had slechts een militair doel. De sluis kon de Vecht afsluiten, waardoor het waterniveau hoog genoeg kwam om de polders in de omgeving onder water te zetten. Dat gebeurde via een groot aantal inlaatsluizen, duikers en overlaten.
Het huidige fort verving de voormalige Vesting Nieuwersluis. Die kwam na het rampjaar 1672 in grote haast tot stand ter bescherming van het gelijknamige dorp. De vesting, met dubbele omwalling en gracht, maakte deel uit van de Hollandse Waterlinie.
Het huidige forteiland werd aangelegd tussen 1849 en 1851 en bestaat uit walmateriaal van de oude vesting, die daarna niet langer van nut was. Het grootste deel ervan verdween tijdens de bouw van de kazerne en de bomvrije toren, toen ook het forteiland werd vergroot. Aanleiding voor dit alles was de nieuwe damsluis in de Vecht (1875).
De toren was vooral bedoeld voor verdediging van de in 1843 aangelegde spoorlijn Utrecht-Amsterdam. Doordat de kanonnen steeds grotere afstanden overbrugden, was de toren echter al snel zelf een aantrekkelijk doelwit. Daarom werd de torengracht gedempt, de brug gesloopt en kwam er tegen de zuidkant en op het dak een dikke laag aarde te liggen.
Het fort, gelegen in een dorp met een sterke militaire traditie, bleef nog lange tijd in handen van Defensie. Na de Tweede Wereldoorlog fungeerde het achtereenvolgens als oefenterrein voor de Nationale Reserve, als commandopost van de Bescherming Bevolking en als onderkomen voor het Korps Mobiele Colonnes (ondersteuning BB).
- Bouwjaar
- 1849
- Bouwperiode
- Fase 2 (1841-1867)