Van Fort Hinderdam resteren op het forteiland met gracht en brug enkele bouwwerken uit de negentiende en twintigste eeuw: een vierkant wachthuis en een opslagplaats voor geschut (remise), met een kruitmagazijn en projectielenvulplaats in de kelder.
De belangrijkste functie van het fort was verdediging van de gelijknamige middeleeuwse dam met zeesluizen die zich ooit op deze plek in de Vecht bevond. Die was van belang bij het onder water zetten van het omliggende polderland van wat toen nog de Utrechtse Waterlinie heette. De naam ‘Hinderdam’ verwijst naar de problemen die het waterverkeer ondervond van de dam.
Ten noorden van het forteiland ligt een kleiner eilandje. Dit is een van de twee zeventiende-eeuwse ‘lunetten’ die aan weerszijden van de Vecht extra versterking moesten bieden. Een lunet is een klein eiland met een gracht eromheen. De zuidelijke lunet is alleen nog te herkennen aan de knik in de Hinderdamweg.
Na het afbreken van de zeesluizen waren de enige taken van het fort bewaking en verdediging van een smalle kade en controle van het verkeer op de Vecht en haar oevers.
Midden in de Vecht, zo’n 6 kilometer ten zuiden van Muiden, ligt Fort Hinderdam op de grens van de provincies Noord-Holland en Utrecht. Het eiland Hinderrust ten oosten van het eiland hoort niet bij het fort. Vermoedelijk heeft hier de dam met zeesluizen gelegen.
Tussen het fort en het nabijgelegen grotere Fort Uitermeer liggen verschillende groepsschuilplaatsen van vlak voor de Tweede Wereldoorlog verzonken in het land. In deze bunkers, ook wel ‘piramides’ genoemd, konden 11 manschappen beschutting vinden tegen oprukkend vijandelijk vuur. Schieten vanuit zo’n schuilplaats was niet mogelijk.
De Hinderdam, met zeesluizen, een keer- en een uitwateringssluis, dateert van 1437. De sluizen waren hard nodig om overstromingen vanuit de Zuiderzee tegen te gaan. Al snel werd duidelijk dat deze plek van militair-strategisch belang was, maar pas in 1629 kwam hier een aarden versterking (schans).
In het rampjaar 1672, toen de Utrechtse Waterlinie opging in de Oude Hollandse Waterlinie, werd het verdedigingswerk verbeterd en een jaar later werd het vervangen door een ‘gebastioneerd aarden fort’ ter verdediging van de sluizen. Een bastion is een hoekige uitstulping van het forteiland, voorzien van aarden (of stenen) wallen. Van hieruit konden schutters het eigen fort van opzij onder vuur nemen als de vijand te dichtbij kwam.
Slechts twee jaar later, toen binnen de Vesting Muiden een nieuwe zeesluis was aangelegd, bleken de Hinderdamsluizen niet langer van nut en werden ze afgebroken. Toch werd het fort begin negentiende eeuw verder uitgebreid met aarden verdedigingswerken.
Het wachthuis dateert van 1848 en in 1880 kwam de remise erbij. Tussen 1913 en 1922 maakte het fort deel uit van de Stelling van Amsterdam. Verborgen in het groen liggen op het eiland een kanonkazemat uit 1934 en drie groepsschuilplaatsen (1939-40).
- Bouwjaar
- 1629 schans; 1848 wachthuis
- Bouwperiode
- Fase 0 (tot 1815), Fase 2 (1841-1867)
- Bouwmateriaal
- baksteen