Kazemat van zwaar gewapend beton, voorzien van een gietstalen koepel voor kanon of mitrailleur, in de waterlinie gebouwd in de periode 1939-1940. De wand van de koepel was 14 cm dik. Het betonnen onderstuk waarin de koepel was verankerd was ongeveer 6,5 m lang en breed en 2 tot 2,5 m hoog. De koepel stak aan de voorzijde iets uit om een vrij schootsveld te hebben. Van veel koepelkazematten resteert alleen de sokkel omdat door het uitbreken van de oorlog de kazemat niet meer werd afgebouwd of deze later door de bezetter werd opgeblazen om het staal van de koepels voor eigen doeleinden te gebruiken.