Collectie
/ Locaties / Nieuwe Hollandse Waterlinie / groep Utrecht / vak Lunetten /Met ruim 31 hectare is Fort Rijnauwen het grootste fort van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Het veelhoekige (polygonale) verdedigingswerk is uitstekend bewaard gebleven. De belangrijkste bouwwerken zijn de grote bomvrije kazerne en het vijfhoekige reduit, een op zichzelf staand fort dat kon fungeren als laatste verdedigingsbastion, compleet met eigen commandant, bezetting en bewapening. Aan de voorkant van het fort bevindt zich een pijlvormige uitbouw (caponnière), met acht kazematten. Deze overdekte ruimtes met schietgaten dienden ter verdediging van de voorzijde van de binnenfortgracht. Het fort telt verder 6 flankbatterijen waarvan er 2 zijn uitgerust als reversbatterijen (achterwaard vurend). De flankbatterijen, met diverse aaneengeschakelde lokalen, waren bedoeld voor beveiliging van de binnengracht (klein flankement). Hiervoor was in laaggelegen geschutskelders geschut opgesteld.
Het fort moest de Houtense Vlakte en de spoorlijn Utrecht-Arnhem verdedigen en zo nodig kon het naburige forten wapensteun bieden (groot flankement). Ook diende het als tussenstation voor zich terugtrekkende troepen.
Fort Rijnauwen is dankzij de jarenlange afsluiting voor publiek een prachtig natuurgebied geworden met een grote diversiteit aan flora en fauna. Eigenaar Staatsbosbeheer wil dat graag zo houden. Alleen wie deelneemt aan een rondleiding (april t/m september) is welkom. Het Kruithuis dient als informatiecentrum.
Het fort ligt tussen Utrecht en Bunnik en vormt samen met de forten Ruigenhoek, Voordorp, Werk aan de Hoofddijk, Fort Vechten en Fort bij ’t Hemeltje de buitenste fortenring ten oosten van Utrecht. De aanleg hiervan bleek noodzakelijk toen slagkracht en bereik van het geschut vanaf 1860 in hoog tempo toenamen, waardoor de oudere forten even snel achterhaald raakten.
Vier van de zes nieuwe forten, waaronder Fort Rijnauwen en Vechten, waren nodig voor het afsluiten van de Houtense Vlakte. Deze zeer kwetsbare schakel in de waterlinie was niet onder water te zetten vanwege de hogere ligging. Bovendien liepen er diverse wegen en twee spoorlijnen doorheen. Deze doorgangen (accessen) boden vijandelijke troepen de kans door de waterlinie te breken.
Tijdens de mobilisatie van 1914-18 is tussen de forten Rijnauwen en Vechten een infanteriestelling aangelegd, als onderdeel van een doorlopende stelling tussen Fort Ruigenhoek in het noorden en Fort bij ’t Hemeltje in het zuiden. Langs de stelling ligt een groot aantal groepsschuilplaatsen uit 1918. Verder een enkele groepsschuilplaats en een mitrailleurkazemat uit 1939. Deze betonnen onderkomens zijn te bekijken vanaf een speciaal aangelegd Bunkerpad. ‘Bunker’ is overigens een Duits woord. Groepsschuilplaats en kazemat zijn de juiste Nederlandse termen.
Fort Rijnauwen (1868-71) is gebouwd volgens de nieuwste militaire inzichten. Evengoed bleek het al verouderd voordat het gereed was. Daarom volgden tussen 1877 en 1885 verbeteringen. De grote bomvrije kazerne en stallingen voor geschut (remises) zijn uit deze tijd. De voormalige poortgebouwen werden omgevormd tot wachtlokaal annex schuilplaats.
De 15 lokalen van de kazerne bevatten onder meer logies, (onder)officiersverblijven, een commandantsvertrek, ziekenboeg, telegraafkantoor en een keuken. Centraal loopt een bomvrije gang (poterne) richting caponnière. Een tussenverdieping bood ruimte aan kruitmagazijnen en projectielenopslag. Bovenop stonden remises.
Het vijfhoekige reduit bestaat uit een rondgaande galerij met kleine aaneengeschakelde ruimtes. De meeste dienden als logies. Op de vijf hoeken bevinden zich geschutskazematten. Centraal loopt een poterne naar de grootste, oostelijke kazemat. Een gietijzeren trap leidde naar de remises op het dak.
Het fort was berekend op 675 man en 105 stuks geschut. Het is twee keer in staat van verdediging gebracht, maar er is nooit strijd gevoerd.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikten de Duitsers het fort voor munitieopslag. Het is ook getekend door de oorlog: een groot aantal Nederlandse en Belgische verzetsstrijders is hier geëxecuteerd. De schattingen lopen uiteen van 250 tot 500 slachtoffers. In 1946 is daarom een oorlogsmonument geplaatst.
Onderdelen
Documentatie
Locatie
Gerelateerde afbeeldingen