Geschutstorens in de Nieuwe Hollandse Waterlinie zijn ronde bakstenen torens van 2-3 verdiepingen met dikke gemetselde muren waarbinnen en waarop kanonnen geplaatst werden voor verdediging van het voorland. Ten tijde van de aanleg waren de torens bomvrij, dat wil zeggen bestand tegen het kanonvuur van die tijd. De begane grond heeft schietgaten voor handwapens (geweer etc), de eerste verdieping heeft grote openingen voor mortieren en kanonnen. Het dak kon (deels) afgedekt zijn met een meters dikke laag aarde. De toren diende tevens als toevlucht (reduit) als de wallen van het fort door de vijand veroverd waren. De torens waren zodanig ingericht en in tijd van mobilisatie en oorlog zodanig bevoorraad dat een belegering een tijdlang weerstaan kon worden. Geschutstorens worden soms aangeduid met de minder juiste naam "torenfort".