Werk aan het Spoel ligt ten westen van Culemborg aan de Lek. Het 5 hectare metende fort is langwerpig en asymmetrisch van vorm en grotendeels omgeven door een fortgracht. Het ligt aan weerszijden van de Lekdijk die dwars door het fort voert. Zowel op het noordelijke als het zuidelijke deel staat een ‘bomvrije’ kazerne. Afgezien van de voorkant zijn de kazernes overdekt met een dikke laag aarde. Ten noorden van de dijk staat de fortwachterswoning uit 1892.
Hoofddoel van het fort was verdediging van een van de vijf bijzondere waaiersluizen die de Nieuwe Hollandse Waterlinie rijk was. Deze belangrijke inlaatsluis had een puur militaire betekenis en was bedoeld voor het onder water zetten van de polder tussen Culemborg en de Diefdijk.
In 2001 kwam het verdedigingswerk in bezit van de gemeente Culemborg. Naar een idee van Stichting Werk aan het Spoel, een vrijwilligersgroep, is het fort in 2010 fraai opgeknapt. Het kreeg een nieuwe bestemming, met onder meer een groen amfitheater voor openluchtvoorstellingen. Het is nu een ontmoetingsplek voor kleinschalige culturele en natuurgebonden activiteiten. De gerestaureerde Genieloods is te huur en in het nieuwgebouwde houten Forthuis zetelt een restaurant.
Werk aan het Spoel fungeerde als voorpost van het nabijgelegen Fort bij Everdingen. De forten waren gezamenlijk verantwoordelijk voor de onderwaterzetting van de polder tussen Culemborg en de Diefdijk en konden elkaar zo nodig onderling vuursteun geven. Het fort verdedigde ook de zuidelijke Lekdijk en de spoorlijn Utrecht-’s Hertogenbosch, want achter de hoge spoordijk kon de vijand ongezien naderen en geschut opstellen.
Het fort is genoemd naar de plek waar in de Middeleeuwen water uit de polder werd geloosd (‘gespoeld’) op de Lek. Later stond hier korte tijd een uitlaatsluis om de wateroverlast in de polder weg te werken.
Tussen Fort bij Everdingen en Werk aan het Spoel is in 1940 een 8 meter brede tankgracht gegraven met aan de kant van de dijk een tankversperring. Die bestond uit rijen puntige profielstalen balken, vastgezet in zwaar beton. Een deel ervan is gereconstrueerd.
De waaiersluis was een vinding van waterbouwkundige Jan Blanken, revolutionair omdat de sluis tegen hoog water in kon draaien en eenvoudig te bedienen was door één man. In 1815 zijn er vijf aangelegd voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie, de overige bij het Fort en de Wapenplaats bij Asperen (2), Werk aan de Bakkerskil (Papsluis) en Vesting Woudrichem.
Vanwege de oostelijke ligging was een van de bijnamen van het fort ‘golfbreker’. Soldaten hadden er minder heroïsche associaties bij en noemden het ‘de doodskist’. Wellicht droeg de recente geschiedenis hieraan bij, want op 4 januari 1795 vielen op deze plek de Fransen ‘Vesting Holland’ binnen over de bevroren Lek.
Ten tijde van de Oude Hollandse Waterlinie lag hier al een gelijknamig aarden verdedigingswerk. In 1815 ging Werk aan het Spoel op in de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Een jaar later werd de waaiersluis aangelegd. Tussen 1876 en 1879 kreeg het fort zijn uiteindelijke vorm. De vier bescheiden bomvrije kazernes (waarvan er nog twee resteren) zijn uit dezelfde tijd, net als het inundatiekanaal, toen nog met sluiskom, keersluizen en bruggen. Het fort was berekend op 135 man en 14 stuks geschut.
Kort voor de Tweede Wereldoorlog verrezen op en rond het fort zo’n 10 betonnen werken: groepsschuilplaatsen (‘piramides’) en een enkele mitrailleurkazemat. In de oorlog legden de Duitsers die het fort bezetten, ten zuiden ervan een schietbaan aan. Het op drie pilaren steunende gevaarte was de bijbehorende ‘kogelvanger’, nu alleen nog blikvanger.
Net als Fort bij Everdingen, was Werk aan het Spoel na de oorlog tot 2012 in handen van de Explosieven Opruimings Dienst.
- Bouwjaar
- 1815
- Bouwperiode
- Fase 1 (1815-1841)