De typen schuilplaatsen 1918 I en II werden ontwikkeld naar aanleiding van de laatste ontwikkelingen in artilleriebeschietingen in de Eerste Wereldoorlog. Het type I was bedoeld voor een groep van acht infanteristen, type II voor 16 man. Vanuit de schuilplaats konden, na beƫindiging van de beschietingen, de soldaten hun plaats in de loopgraven weer innemen. De schuilplaatsen zijn van zwaar gewapend beton, met muren en dak van wel een halve meter dik. De ingangen aan de achterkant werden afgesloten met stalen luiken. De voorzijde en zijkanten werden extra beschermd met een gronddekking.