Collectie
/ Locaties / Nieuwe Hollandse Waterlinie / groep Lek / vak Honswijk /Aan de Lek, ten zuiden van Houten, ligt het grote Fort Honswijk. Het fortterrein (ruim 13 hectare) is omsloten door een aarden wal, inclusief de vier bastions. Deze verschillend gevormde uitstulpingen dienden ter verdediging van de fortgracht en het fort zelf. Het bastion aan de Lek is het grootst, hierop staat een ronde geschutstoren, aan de oostkant beschermd door een losstaande halfronde galerij (contrescarp).
Een poortgebouw geeft toegang tot het fort, dat via een dam te bereiken is. Verder zijn er een munitiemagazijn met wachtlokaal en vijf stallingen voor geschut (remises). Deze bouwwerken, ook de galerij, zijn verstopt onder een dikke laag aarde. Alleen de voorkant, richting het veilige westen, is zichtbaar.
Bij oorlogsdreiging moest het fort een vijandige opmars via de noordelijke Lekdijk voorkomen. Minstens zo belangrijk was de verdediging van een nabijgelegen inundatiekanaal en -sluis. Deze zijn beide aangelegd voor de onderwaterzetting (inundatie) van lager gelegen gebied aan de rand van Utrecht.
Tot midden 2012 had Defensie het fort in gebruik, daarom is er ook veel recente bebouwing.
Fort Honswijk ligt aan de noordelijke Lekdijk tussen Culemborg en Vianen en moest de dijk en het hoger gelegen gebied rondom verdedigen. Samen met Fort Everdingen, aan de overkant van de Lek, kon het ook de rivier en de uiterwaarden vrijwaren van vijandelijke indringers. Van vitaal belang waren verder de twee inlaatsluizen, een grote aan de Lek en een kleinere in de fortgracht, die het Lekwater naar het inundatiekanaal konden doorlaten. Samen met Lunet aan de Snel, het Werk aan de Korte Uitweg en de ‘Gedekte Gemeenschapsweg’ vormde het fort de Stelling van Honswijk. De gedekte weg voert langs het inundatiekanaal achter een aarden wal – afkomstig van de afgraving van het kanaal – en verbindt het fort met het Werk bij de Korte Uitweg. Langs deze weg kon ongezien voedsel- en wapentransport plaatsvinden tussen de twee verdedigingswerken en Lunet aan de Snel.
Het plaatsje, waarnaar het fort is genoemd, bestaat niet meer. Met het oog op een vrij schootsveld vanuit het fort, was stenen bebouwing binnen de drie ‘verboden kringen’ van 300, 600 en 1.000 meter rond een fort niet of nauwelijks toegestaan. Slechts twee huizen in het gehucht mochten overeind blijven. Die zijn er nog altijd.
Tijdens de tweede bouwperiode van de Nieuwe Hollandse Waterlinie (1841-1864) verrees een tiental torenforten langs de rivieren. Fort Honswijk (1846) was daarvan het eerste en het grootste. De toren was 43 meter in doorsnee en bijna 18 meter hoog. Tegelijk met het fort werd de grote inundatiesluis tussen Lek en fortgracht aangelegd.
De vrijstaande bomvrije geschutstoren had een eigen gracht met ophaalbrug en telde vier bouwlagen, inclusief kelder en open dak met borstwering voor geschut. De uit gemetselde muren opgetrokken toren – ruim 3 meter dik aan frontzijde, half zo dik aan de veilige kant – bleek al snel niet meer bestand tegen de gestaag toenemende vuurkracht van kanonnen. Daarom werd tussen 1871 en 1881 de bovenste verdieping van de toren gesloopt en de gracht gedempt. Zo ontstond er plaats voor de contrescarpgalerij. Uit dezelfde periode stammen het poortgebouw, de vier remises, een magazijn en een kazemat.
Met ruimte voor 350 militairen en 61 stukken geschut was het fort een klein dorp, met een eigen bakkerij en moestuin. Vóór de introductie van telegrafie waren er zelfs postduiven 'in dienst'.
In de Tweede Wereldoorlog bezetten de Duitsers het fort en na de oorlog was het in gebruik als interneringskamp voor collaborateurs.
Onderdelen
Documentatie
Locatie
Gerelateerde afbeeldingen