Het Amsterdam-Rijnkanaal (1933-52) sloeg een groot gat in de waterlinie. Niet alleen liep het er dwars doorheen, het had bovendien weinig zin het omliggende gebied onder water te zetten als dat via het kanaal weer wegliep. Hier was kortom een creatieve oplossing nodig. Dat werd de Plofsluis of Keersluis bij Jutphaas, een enorme betonkolos met 2 meter dikke muren, die zich nog altijd tot 60 meter boven het voormalig kanaal verheft. In 5 grote, afzonderlijke ruimten, hoog boven het water, was ruimte voor 40 miljoen kilo stenen, puin en ander stortmateriaal. Werd er besloten tot onderwaterzetting (inundatie), dan was de relatief dunne bodem met explosieven tot ontploffing te brengen, waardoor de inhoud in het kanaal zou storten. Door deze bliksemsnelle afdamming kon het water niet wegstromen. Sterker nog: doordat het waterpeil in Wijk bij Duurstede veel hoger stond dan hier, zou het deel achter de dam overstromen en meer land onbegaanbaar maken voor de vijand.
Sinds 1978 huist er een schietvereniging in de sluis, tegenwoordig eigendom van Rijkswaterstaat.
De Plofsluis bevindt zich in het Amsterdam-Rijnkanaal tussen Nieuwegein en Houten, zuidoostelijk van Fort Jutphaas. Het kanaal bood ruimte aan het snel toegenomen scheepvaartverkeer tussen Amsterdam en de grote rivieren. De oude waterroutes, met hun bochten en sluizen volstonden niet meer voor de steeds grotere en langere transportschepen.
Het kanaal loopt dwars door de voormalige ‘inundatiekom’ tussen Fort Honswijk en de Batterijen aan de Overeindseweg. Dit was een van de afgebakende gebieden die samen de waterlinie vormden. De kommen, ingedeeld naar grondpeil, waren onderling afgescheiden door keerkades, dijken en sluizen. Zo werden tussen Muiden en de Biesbosch de nodige hoogteverschillen overbrugd en was het resultaat toch een aaneengesloten geheel.
De Plofsluis moest de aangerichte schade door het kanaal compenseren en verrees net voor het punt waar het kanaal zich splitst: naar het zuiden richting Vreeswijk (Lekkanaal) en in oostelijke richting naar Wijk bij Duurstede (Amsterdam-Rijnkanaal). Ter verdediging van de sluis verrees in het oostelijke brughoofd een mitrailleurkazemat.
Aanleg van de Keersluis te Jutphaas, al snel beter bekend als Plofsluis, was een onderneming van ongekende omvang. In 1937 werd begonnen met de aanleg. De gigantische hoeveelheden beton, gegoten in 5.500 ton stalen bewapening, bereikten de plaats van bestemming via een kabelbaan. Om er zeker van te zijn dat de sluis zijn ‘gewichtige’ taak zou volbrengen, is er uitgebreid geëxperimenteerd met een schaalmodel.
Na de ‘plof’ moest de waterstand in het onder water gezette gebied nog beïnvloedbaar zijn. Daarom zijn er aan beide uiteinden van het bouwwerk machinekamers gebouwd, voor bediening van twee gemalen. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog zijn de gemalen echter nooit gebouwd. Evenmin heeft de sluis zijn naam waargemaakt.
Toen de doorgangen onder de sluis niet langer voldeden voor de steeds grotere duwbakken van de binnenvaart, is het Amsterdam-Rijnkanaal in 1981 verbreed en om de sluis heen gelegd. Dit bleek goedkoper en sneller dan afbreken van het gevaarte, dat bestand was tegen alle mogelijke aanvallen. Wel ging deze ingreep ten koste van de zuidelijke batterij aan de Overeindseweg. De stortruimten dienden tijdelijk als opslag voor vervuilde grond afkomstig van het gasfabriekterrein in Utrecht (nu Griftpark).
- Bouwjaar
- 1937
- Bouwperiode
- Fase 6 (1916-1945)