Anders dan Naarden is Weesp niet direct herkenbaar als vesting. Toch zijn er nog een aantal overblijfselen uit de zeventiende en negentiende eeuw. Fort Ossenmarkt springt als eerste in het oog. De door een fortgracht met ophaalbrug omgeven ronde toren staat op een langgerekt forteiland, de Ossenmarkt, midden in de Vecht. Dat is op zijn beurt met twee lange bruggen, waarvan één met ophaalbaar deel, aan de oost- en westkant verbonden met het vasteland.
Het forteiland telt twee bastions. Deze hoekige uitbouwen van de omwalling dienden ter verdediging van de fortgracht. Twee oude vestingbastions bevinden zich aan de zuidoostkant van het stadje.
De vesting, Fort Ossenmarkt in het bijzonder, moest de Vechtoevers en de weg tussen Naarden en Muiden vrijwaren van vijandelijke indringers. Later kwam daar het bewaken van de sluizen tussen Amstel en Vecht bij en de verdediging van de spoorlijn Hilversum-Amsterdam. Deze doorsnijdingen van de waterlinie lagen hoger, waardoor ze zwakke plekken vormden in de waterlinie.
Eigenaar gemeente Weesp verhuurt het torenfort aan lokale maatschappelijke en culturele organisaties. Een negentiende-eeuwse houten artillerieloods dient als expositieruimte en op het voormalige genieterrein bevindt zich een tuinwinkel annex theetuin.
Samen met het noordelijk gelegen Muiden en Naarden in het oosten vormde Weesp, op de grens van Holland en Utrecht, een vestingdriehoek ter bescherming van Amsterdam. Ook de verdwenen Batterij De Roskam, ooit gelegen aan de westkant van Weesp langs de rivier Smal Weesp, hoorde bij de vesting. Deze opstellingsplaats voor geschut uit 1799 moest voorkomen dat vijanden via deze rivier doordrongen tot het westland. De batterij werd in 1923 opgeheven en is volledig verdwenen. In 1939 verrees op dezelfde plek Kamp De Roskam, met barakken voor gemobiliseerde troepen. Na de Tweede Wereldoorlog waren deze in gebruik als interneringskamp voor NSB’ers.
De vesting kon zo nodig ondersteunend vuur verlenen aan het bij de vesting horende Fort Uitermeer, dat naar het zuidwesten aan de Vecht ligt.
Tussen 1892 en 1922 viel Weesp, net als Muiden, onder de Stelling van Amsterdam.
De eerste aanzet voor Vesting Weesp, een eenvoudige omwalling, werd gedaan in de veertiende eeuw. Net als Naarden had het grensstadje in die tijd vooral te lijden van regionale twisten.
Tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) ontwikkelde Weesp zich tot vesting. In 1673, na de Franse belegering onder Lodewijk XIV, werd zij onderdeel van de Oude Hollandse Waterlinie en werden nieuwe wallen, grachten en bastions aangelegd.
Later, tijdens de Nieuwe Hollandse Waterlinie, volgde uitbreiding met het torenfort aan de Ossenmarkt (1861). Daar hoorden twee stallingen voor geschut (remises) bij, inclusief ondergronds buskruitmagazijn en projectielenvulplaats.
Omdat de ontwikkelingen op wapengebied razendsnel gingen, waren in 1876 alweer nieuwe versterkingen nodig: een dikke laag aarde op het torendak en een stevige aarden wal aan de oostkant.
De twee bouwlagen tellende bomvrije toren is opgetrokken uit baksteen. Net als bij de andere torenforten zijn de verschillende ruimtes rond een centrale gang geschakeld die een binnenring omsluit. De halfronde uitbouw herbergt het trappenhuis. De toren bood onderdak aan 161 man.
Alleen tijdens de mobilisaties voor beide wereldoorlogen was het fort volledig bemand.
De vesting, die vooral als opslagplaats diende voor nabijgelegen forten, is in 1947 opgeheven. Het torenfort behield zijn militaire rol tot 1959.
- Bouwjaar
- 1673, 1859
- Bouwperiode
- Fase 0 (tot 1815), Fase 2 (1841-1867), Fase 4 (1871-1886)
- Bouwkosten
- onbekend