Fort Blauwkapel, met 15,5 hectare een van de grotere forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, is aangelegd rond het gelijknamige gehucht. Dat dankt zijn naam aan het vijftiende-eeuwse kerkje, ooit voorzien van een blauw gewelf. Van het vierhoekige forteiland, met ruime fortgracht en twee toegangsbruggen, zijn drie van de vier bastions nog intact. Deze uitbouwen op de hoeken van het forteiland waren bedoeld voor verdediging van de fortgracht. Een door een dikke laag aarde gecamoufleerde en beschermde kazerne bij het noordoostelijk bastion is nog intact.
Het fort moest de weg Utrecht-Hilversum verdedigen en de waterkeringen die de polders bij oorlogsdreiging onder water moesten houden. Aanleg van de spoorwegen richting Amersfoort en Hilversum bezorgde het fort een nieuwe taak: het veiligstellen van de hooggelegen spoordijken.
Een fort binnen het fort, met eigen gracht, brug en bomvrij wachthuis, is te vinden aan de zuidkant. Dit diende als laatste verdedigingsbastion (reduit). Tegenwoordig (2014) huist hier een scoutinggroep.
Gemeente Utrecht, sinds 1997 eigenaar van het fort, combineert nieuwe woningen met natuurontwikkeling en recreatie op het fortterrein. De kazerne en verschillende houten loodsen dienen als bedrijfsruimte. In een voormalige slaapbarak voor de cavalerie (1883) zijn een studio en theaterzaal ingericht.
Tegen de noordoostgrens van Utrecht ligt het fort op een knooppunt van wegen en een voormalige keerkade tussen twee ‘inundatiekommen’. Voor onderwaterzetting (inundatie) van het langgerekte gebied tussen de Zuiderzee en de Biesbosch was het in verschillende delen of kommen onderverdeeld. Op die manier vormden de hoogteverschillen in het landschap geen probleem.
Zowel de Maartendijksevaart (later gedempt) als de weg Utrecht-Maartensdijk liep dwars door het fort. De Gageldijk en de Voordorpsedijk zijn eromheen geleid. Na aanleg van de spoorwegen richting Hilversum (1863) en Amersfoort (1874) nam het strategisch belang van het fort toe.
Samen met forten De Klop, De Gagel, De Bilt, Vossegat en de vier Lunetten op de Houtense Vlakte vormde Fort Blauwkapel de binnenste fortenlinie rond Utrecht. Deze dateert van de eerste bouwperiode van de Nieuwe Hollandse Waterlinie (1815-26).
Een door een hoge aarden wal afgeschermde weg vormde een verbinding met Fort De Bilt. Via deze ‘gedekte gemeenschapsweg’ waren troepen en geschut veilig te verplaatsen.
Ten oosten en noorden van het fort liggen één groepsschuilplaats uit 1918 en een aantal uit 1939. Die laatste, vanwege hun schuine vlakken aan de bovenzijde beter bekend als ‘piramides’, boden dekking aan 11 man.
Aanvankelijk bestond het fort slechts uit met bomen begroeide aarden wallen en grachten met een opstelplaats voor vier kanonnen. Deze batterij uit 1787 was een van de voorposten ter bescherming van de stad Utrecht. Het huidige fort is aangelegd tussen 1818 en 1821. Blauwkapel werd met bewoners en al in het fort opgenomen, om te besparen op onteigeningskosten.
Zo’n 30 jaar later volgde een verbeteringsslag. De wallen werden verstevigd en verhoogd en het tot dan toe aarden reduit kreeg een bomvrij wachthuis. De aanleg van de spoorwegen die elkaar ten oosten van het fort kruisen was verantwoordelijk voor gedeeltelijke afbraak van het zuidoostelijk bastion.
In 1874 zijn twee bomvrije kazernes gebouwd, stallingen voor geschut (remises) en kleine munitiedepots. Tussen de twee wereldoorlogen kwam er een [niet langer bestaande?] mitrailleurkazemat bij: een bomvrije ruimte voor opstelling van een mitrailleur. Als laatste verrezen op het noordoostelijke bastion en langs de oostzijde van het fort in 1939 diverse groepsschuilplaatsen van gewapend beton.
Tijdens beide mobilisatieperiodes (1914-18 en 1939-40) was het fort volledig bezet (circa 300 man). Op 14 mei 1940 viel het echter zonder slag of stoot in Duitse handen.
In 1960 is het fort militair opgeheven.
- Bouwjaar
- 1818
- Bouwperiode
- Fase 1 (1815-1841)
- Bouwmateriaal
- baksteen