Het Kenniscentrum richt zich naast behoud van bestaande kennis ook op het verkrijgen van nieuwe inzichten betreffende de geschiedenis en werking van de Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW) en de Stelling van Amsterdam (StvA). Hiervoor is een lijst van onderwerpen opgesteld, die aangedragen zijn om onderzoek naar te verrichten. Om dit bevorderen reiken we ook een jaarlijkse Scriptieprijs uit voor de beste scriptie over militair erfgoed, ook met andere onderwerpen dan op deze pagina genoemd worden.

Als een van deze vragen aansluit bij je werk, studie of hobby en je zou archief- en/of veldonderzoek ervoor willen uitvoeren, neem dat alsjeblieft contact met ons op. Dan bespreken we de onderzoeksmogelijkheden, stellen samen een plan van aanpak op en begeleiden en adviseren je waar mogelijk. We kunnen onder andere aangeven in welke publicaties het onderwerp al ter sprake is gekomen en welke archieven en publicaties als bronnen kunnen dienen.

De onderzoeksvragen zijn:

1. De Belgische vestingbouwer Brialmont

Tijdens het bouw- en ontwerpproces van de forten Vechten en Rijnauwen is Brialmont, als bekende Belgische vestingbouwer, in Nederland uitgenodigd om zijn visie te geven op de diverse ontwerpen van met name het Fort Rijnauwen.
Het onderzoek zou zich kunnen richten op:
- Wat is de reactie van Brialmont op de verschillende ontwerpen?
- Wat is daarmee gedaan en waarom?
- Welke invloed heeft zijn bezoek op ontwerpen elders in Nederland gehad? In ontwerpen van Naarden lijkt deze invloed namelijk zichtbaar te zijn. Dat zou in andere vestingwerken ook het geval kunnen zijn.

Dit is een episode uit de geschiedenis van de NHW die al meer is bekeken, alleen heeft dat altijd in dienst gestaan van bredere publicaties waardoor het detail in de beschreven analyses ontbreekt. Daar zou dit onderzoek invulling aan kunnen geven. Dat geldt overigens voor meer van de hieronder genoemde onderzoeksmogelijkheden.

Bovendien is het interessant om een link te leggen met de forten rond Antwerpen en de Stichting Simon Stevin.

2. Plannen uit de Tachtigjarige Oorlog voor een waterlinie rondom Utrecht

In de Tachtigjarige Oorlog zijn er al plannen geweest om een waterlinie aan te leggen waar ook Utrecht in was opgenomen.
Het onderzoek zou zich kunnen richten op:
- Hoe was het tracé van deze linie?
- Welke opzet had deze vestingbouwkundig?
- Hoe verhouden deze plannen zich tot die van Krayenhoff en de linie die uiteindelijk tot stand is gekomen?

3. Lunetten op de Houtense Vlakte

De lunetten op de Houtense Vlakte liggen als vier losse kleine forten naast elkaar. Tussen de forten is open ruimte aanwezig die door middel van kruisvuur afgesloten kan worden. Dit suggereert een dynamiek die uitvallen door een achter de lunetten gelegen troepenmacht vergemakkelijkt.
Het onderzoek zou zich kunnen richten op:
- Is deze dynamiek ook werkelijk onderdeel van het ontwerp?
- Zo ja, waarom? Hoe had men dit in gedachten?
- Hoe speelt deze gedachte dan mee in de overwegingen om de andere ontwerpen voor de versterkingen op deze positie af te keuren?
- Hoe verhoudt dit zich tot de Linie van Beverwijk en de Posten van Krayenhoff rond Amsterdam? Is daar een verband in te herkennen?

4. Tocht van Napoleon langs de Nederlandse landsverdediging

Napoleon heeft de Nederlandse landsverdediging geïnspecteerd en op basis daarvan plannen gemaakt over waar de defensie zich op zou moeten richten.
Het onderzoek zou zich kunnen richten op:
- Welke route is afgelegd? In hoeveel tijd?
- Wat waren de gedachten van Napoleon?
- Welke plannen zijn hieruit gekomen?
- Wat is er gerealiseerd?
- Hoe verhouden de plannen van Napoleon zicht tot de landsverdediging die uiteindelijk in de loop van de 19e eeuw in Nederland tot stand is gekomen?

5. Typologie van bruggen (gereed)

Het inventariseren van de verschillende typen bruggen zoals die bij forten zijn toegepast of gepland. Ook de bruggen die er nu niet meer zijn.
Het onderzoek zou zich kunnen richten op:
- Waar liggen welke typen bruggen en uit welke tijd stammen deze? (kraanbrug, rolbrug, draaibrug, ophaalbrug etc.)
- Hoe was de detaillering van deze bruggen? Tekeningen en bestekbeschrijvingen
- Is er een standaard voor deze bruggen?
- Welke bruggen zijn in de loop der tijd ingrijpend gewijzigd? Bijvoorbeeld: een houten brug die verbouwd is tot een stenen brug.
- Dit kan mede aan de hand van het bruggenboek dat wij hier hebben
- Dit kan later eventueel uitgebreid worden met sluizen

Klik hier voor het resultaat.

6. Bouw met brikkenbeton in de NHW

Inventarisatie van de toepassing van brikkenbeton in de NHW. Dit is een betonsoort die tussen 1865 en 1914 werd toegepast en de voorloper vormt van het gewapend beton.
Het onderzoek zou zich kunnen richten op:
- Waar en hoe is deze betonsoort toegepast in de NHW?
- Wat maakte deze betonsoort in de periode 1865 en 1914 geschikt voor constructies in de NHW?
- Hoe past het gebruik van deze betonsoort in de materiaalsoorten die zijn toegepast in de NHW tussen 1815 en 1940?
- Welke militaire werken van brikkenbeton zijn tegenwoordig nog zichtbaar in het landschap?

7. Besluitvorming rondom bouw torenforten

De bekende torenforten zijn bij ontwerp en bouw onderwerp geweest van discussie. Men had vraagtekens bij het nut van dergelijke grote vrijstaande metselwerk constructies. Was dat niet een te gemakkelijk doelwit? Waarom werden ze ondanks deze twijfels gebouwd in de NHW?
Het onderzoek zou zich kunnen richten op:
- De inhoud van de discussies die zijn gevoerd. Waar ging die over en welke argumenten werden over en weer gebruikt?
- Ging deze discussie ook over de kleinere torens en onderkomens zoals die op Fort de Gagel?
- Waar zijn nog meer torenforten gepland geweest en waarom zijn ze niet gebouwd?
- In hoeverre vormden de torenforten elders in Europa een inspiratie voor de torenforten in Nederland? Zoals in het Duise Ulm en Oostenrijkse Linz.
- In hoeverre werden de buitenlandse voorbeelden betrokken in de discussies over de torens in Nederland?

8. Inscannen en beschrijven van documenten uit 1868 over diverse waterlinies

Het inscannen van de beschrijvingen die in 1868 zijn gemaakt over de Nieuwe Hollandse Waterlinie, de Zuiderwaterlinie, IJssellinie en Grebbelinie. Deze documenten bevinden zich in het Nationaal Archief en zijn te vinden onder inventarisnummer 2.13.15.01 'Inventaris van het archief van de Generale Staf van de koninklijke landmacht, 1813-1913. De beschrijvingen richten zich onder andere op de bezetting van de NHW, de benodigde tijd voor het stellen van inundaties en de militair-strategische rol en waarde van de Vesting Naarden en de forten rondom Utrecht.
Op basis van deze scans kan het onderzoek zich richten op:
- Wat is de relatie tussen deze beschrijvingen met de mobilisatie van 1870 naar aanleiding van de Frans-Duitse oorlog?
- In hoeverre wordt in deze beschrijvingen geanticipeerd op latere aanpassingen?

9. Proeven op bouwmaterialen

Het doorzoeken van het Nationaal Archief en eventuele andere archieven naar proefnemingen op nieuwe bouwmaterialen in de vestingbouw, zoals beton en ijzer/staal.
Dit onderzoek zou zich kunnen richten op:
- Een beschrijving van de proeven die gedaan zijn in Nederland en het buitenland.
- Een analyse van de ingescande documenten, met daarin aandacht voor de periode 1865-1880. Toen werd begonnen met het gebruik van deze materialen. Wat wordt hierin vermeld over deze nieuwe materialen?

10. Opzet en detaillering van vroege pantserconstructies

Het in archieven opzoeken van tekeningen en beschrijvingen van vroege pantserconstructies (1865-1880). Voorbeelden hiervan zijn bepantseringen van Teakhout met staalplaten, ijzeren liggers met betondekking en Kromhout geschutstanden.
Dit onderzoek zou zich kunnen richten op:
- Onderzoek naar (detail)tekeningen naar vroege pantserconstructies in de periode 1865-1880. Wat is hierover te vinden en wat laten dergelijke tekeningen zien?
- Wat kan hieruit afgeleid worden over het gebruik van pantserconstructies in de periode 1865-1880?
- Welke ontwikkelingen zijn er waar te nemen na 1880 en welke invloed hadden de vroege pantserconstructies hierop?

11. Onderzoek naar de militaire logistiek in de Stelling van Antwerpen

Met eenzelfde functie van Nationaal Reduit als de Stelling van Amsterdam werpt zich de vraag op welke voorzieningen ten aanzien van voorraden, distributie maar ook reservetroepen in de Stelling van Antwerpen waren getroffen. Welke overeenkomsten en verschillen zijn er hierin tussen beide linies te vinden?

12. Onderzoek naar de militaire logistiek in de Nieuwe Hollandse Waterlinie

Met een andere functie als de Stelling van Amsterdam en met een groter achterland werpt zich de vraag op welke voorzieningen ten aanzien van voorraden, distributie maar ook reservetroepen in de Nieuwe Hollandse Waterlinie waren getroffen. Welke overeenkomsten en verschillen zijn er tussen beide linies te vinden?

13. Kringenwetgebouwen Stelling van Amsterdam

Aangezien de Kringenwetgebouwen niet door één instantie zijn gebouwd is er geen centraal overzicht van deze gebouwen. Hierdoor is er onduidelijkheid of gebouwen wel degelijk kringenwetgebouwen zijn. Biedt het archief Verboden Kringen van de Landmacht (Nationaal Archief 2.13.37) mogelijkheden om een dergelijk overzicht te maken?
Wellicht kan dit ook voor andere linies opgesteld worden?
En als dat het geval is, is het nuttig om een dergelijk overzicht op te stellen?

14. Vrijhouden inundatiegebieden

De inundatiekommen in de NHW en de StvA waren tot ongeveer 1970 onveranderd als landbouwgronden in gebruik en zijn daardoor onbebouwd gebleven. Deze inundatiekommen bleven vrij van bebouwing zodat er minder schade bij inunderen was en bovendien een vrij schootsveld werd geboden vanaf de hoofdverdedigingslijn. Maar op welke wijze is dit vrij van bebouwing gebleven?
Was er geen bebouwingsdruk om er te bouwen of waren er wettelijke maatregelen genomen om de bouw te voorkomen?
Bij de verdedigingswerken was de Kringenwet van toepassing maar gold dat ook voor de gehele hoofdverdedigingslijn (van enkele delen is dat wel bekend) en de inundatiekommen?

15. Wetgeving grenspalen

Het vermoeden bestaat dat de grenspalen rond verdedigingswerken, magazijnen en andere rijksgronden een fysieke uiting zijn van, en een wettelijke basis hebben in de ‘Wet der Begrenzingen van ’s-Rijks militaire gronden’. De tekst van deze wet (of voorgangers) is tot op heden onbekend. Het is nuttig om deze tekst te achterhalen, te digitaliseren voor verder gebruik en op zijn minst samen te vatten en conclusies te trekken. Dit is relevant voor alle waterlinies die na inwerkingtreding van genoemde wet zijn gebouwd of in gebruik waren. Het kan onder andere meer waarde en onderbouwing geven aan het behoud en herstel van de grenspalen.

16. Recente geschiedenis: het civiele hergebruik

Het afstoten van de forten door Defensie via Domeinen aan overheden en particulieren heeft geleidelijk over een lange periode plaats gevonden. Een aantal betrokken personen is inmiddels overleden maar interviews met nog levende betrokkenen en verzamelen van relevante documenten is belangrijk om deze periode vast te leggen. Zijn er over deze lange periode deelperioden te onderscheiden waarin de inzichten en belangen duidelijk anders lagen? Welke wijzigingen in de ruimtelijke ordening en monumentenzorg hebben een rol gespeeld voor die deelperioden?

17. Vestingbegroting (gereed)

Hoeveel heeft de vestingbouw gekost? Vanaf de Vestingwet van 1874 zijn er jaarlijks gelden begroot en uitgegeven. Op welke wijze kunnen we deze bedragen achterhalen, liefst per linie, om een beeld te krijgen van de totale begrootte en daadwerkelijke uitgegeven gelden maar ook het verloop over de jaren heen. Hiermee krijgen we een cijfermatig beeld over de bouwperioden en de verschuiving tussen de verschillende linies.

18. Engelse rapporten over de Nederlandse verdediging

In het archief van het Imperial War Museum (depots buiten Londen?) moeten jaarlijkse rapporten aanwezig zijn over de verdediging van diverse landen waaronder Nederland. Welk beeld komt hieruit voort ten opzichte van de (water)linies in ons land? Hoe schatte de Engelsen de militaire waarde van deze waterlinies in?

19. Franse verdediging van Amsterdam

Het is bekend dat er in de Frans-Bataafse periode (1794-1813) plannen hebben bestaan voor de verbetering van de verdediging van Amsterdam. In Halfweg is er daadwerkelijk een Tour-Model gebouwd.
In diverse archieven moet hier materiaal over aanwezig zijn. Kan een compleet verhaal opgesteld worden over deze verdediging? Welke rol speelde keizer Napoleon Bonaparte of koning Lodewijk Napoleon hierbij?

20. Verdediging Amsterdam in 1672

Over de verdediging van Amsterdam in het Rampjaar zijn diverse (deel)publicaties verschenen. Volgens ons zijn er echter geen recente publicaties en wellicht is een hernieuwde blik nuttig. Daarbij zou meer aandacht voor de diverse locaties wenselijk zijn. Vragen die hierin centraal kunnen staan zijn:
- Hoe werd de verdediging van Amsterdam in 1672 georganiseerd?
- Wat bleef er na het Rampjaar over van de plannen voor de verdediging? Is er een invloed te zien op latere plannen voor de stadsverdediging?

21. Inundatiekade in de Utrechtse wijk Hoograven (gereed)

Is de grasstrook in de Utrechtse woonwijk Hoograven ook een restant van de Nieuwe Hollandse Waterlinie?

De wijk Hoograven is vanaf 1938 gebouwd tegen de bebouwing van Utrecht aan, alhoewel de wijk toen nog onderdeel was van de gemeente Jutphaas. Een archiefstuk van juni 1871 betreft “Het maken van waterscheidende kering langs de Vaartse Rijn; het graven van een kanaal door de hoge gronden beoosten Jutphaas; het verbeteren van het fort te Jutphaas.”
Die waterscheidende kering is vermoedelijk aangelegd om de fabrieken langs de Vaartse Rijn bij een inundatie vrij van water te houden. Op oude topografische kaarten van na 1871 is die kering inderdaad te zien.
Ook het genoemde kanaal verschijnt als inundatiekanaal op de kaart. Hieraan werden de Batterijen aan de Overeindse Weg aangelegd en daar ligt nog een restant van het kanaal. Een groot deel van het inundatiekanaal is verdwenen door de aanleg van het Merwedekanaal en later het bredere Amsterdam-Rijnkanaal.

En precies waar de kering lag, ligt nu een brede grasstrook tussen de twee rijbanen van de Julianaweg. Is voor de woningbouw het omliggende terrein opgehoogd en wilde men vanwege mogelijke ongelijkmatige verzakkingen niet op de kering bouwen?

Klik hier voor het resultaat.

22. Analyse digitaal Fortwachters Register

De data in het gedigitaliseerde Fortwachters Register is beschikbaar voor mogelijke analyse met een artikel als eindresultaat.
Hoeveel fortwachters waren gepensioneerd KNIL-personeel? Was was de gemiddelde leeftijd bij de eerste aanstelling? Hoe lang waren ze fortwachter? Wat was het daggeld per periode? Hoeveel fortwachters mochten een eigen tuin beheren?
Deze gegevens zeggen ons meer over het bestaan van de fortwachters. En of fortwachter inderdaad een functie was voor vroeg-gepensioneerde KNIL-ers en Marine-mensen.

23. Vestinguitgaven

In een eerder onderzoek zijn de begrootte bedragen van de vestingbegroting per linie achterhaald. Zeer waarschijnlijk komen de daadwerkelijke uitgaven daarmee overeen. Maar wat waren de werkelijke uitgaven? Zijn overschotten in een volgend jaar uitgegeven?
De algemene jaarlijkse verslagen van de vestingwerken bevatten deze informatie maar de bedragen moeten opgezocht en samengebracht worden.

24. Proefproject Grenspalen (gereed)

Een kleinschalig proefproject rond Utrecht om te zien op welke wijze we de grenspalen in de NHW het best kunnen inventariseren. Welke informatie willen we vastleggen en welke hulpmiddelen kunnen ingezet worden?

Klik hier voor het resultaat.

25. De bouw van een fort

De aanleg van een fort en de herinrichting van de directe omgeving waren vaak zeer grote en langdurige projecten. Er waren grote aanneemsommen mee gemoeid en vergden veel arbeidskracht.
Wie waren de bouwers en hoe organiseerden zij hun werk? Een case study over één fort kan daarover al veel verhelderen.
Meerdere case studies over meerdere forten in verschillende linies in verschillende perioden verbreden dat beeld, en maken vergelijkingen mogelijk.

26. Aannemers van vestingwerken

De herstructurering en modernisering van het Nederlandse vestingstelsel in de 19e en 20e eeuw leverde veel werk op voor de bouwsector.
Welke aannemers waren actief in deze sector? Werkten zij regionaal of brachten zij kennis naar andere delen van het land? Was er sprake van specialisatie (betonbouw) of schaalvergroting? Gingen aannemers de bouw anders organiseren of mechaniseren? Zorgden de opdrachten van Defensie voor veranderingen in de bouwsector?

27. Bouwen voor Defensie

Kwaliteit stond bij het bouwen van fortificaties voorop. Middels contracten, voorschriften en toezicht probeerde de Genie die te bewaken. Hoe heeft de bouw van vestingwerken tijdens de 19e eeuw bijgedragen aan de professionalisering van de regelgeving en de ontwikkeling van standaarden?

28. Garnizoen in de stad

De komst en het vertrek van een garnizoen naar de stad had een grote impact op het sociaal-maatschappelijke en economische leven binnen een gemeenschap. De dynamiek die de komst van deze soldaten in gang zette bevatte positieve en negatieve aspecten voor de verhoudingen tussen burgers en soldaten. Enerzijds kon het bijvoorbeeld een economische impuls hebben gegeven, maar anderzijds konden burgers 'moreel verval' ervaren.
Kies een voormalige garnizoensstad in een van de waterlinies en maak een case study voor een bepaalde periode.

29. Mobilisatie herinneringen

Welke ego-documenten bestaan er met herinneringen aan de mobilisatie 1914-1919 in Nederland, en met name het verblijf op een forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam?
In welke categorieën van schrijvers en onderwerpen zijn deze onder te verdelen? Waar bevinden deze ego-documenten zich en zijn ze te raadplegen?